Lonely Planet als ziel van de zorg?
Een dagje stage lopen in de zorg | Blog op De Architect
Als architectenbureau beginnen we altijd zonder een vooringenomen mening aan een project. Participatie met afnemers, omwonenden en gebruikers inspireert ons en wijst de weg naar onontgonnen ideeën. Nu we aan een nieuwe opgave voor de transformatie van een woonzorgcentrum beginnen en op zoek gaan naar de nieuwe ziel van dit centrum, hebben Egbert Duijn en ik besloten om daar een dag stage te lopen. Daarom deze blog, in co-creatie met Egbert, als verslag van een intensieve dag.
Om 8 uur ‘s ochtends, in de lift omhoog, spreken we met frisse nieuwsgierigheid een dame aan en vragen haar of ze het in dit huis naar haar zin heeft. We zijn even uit het veld geslagen als ze reageert dat ze in haar situatie niets meer te kiezen heeft. Even later bezorgen we een echtpaar hun ontbijt van twee beschuitjes met margarine en kaas. We vragen hen aan welke woorden of waardes zij denken bij het oud worden in dit huis. Hij antwoordt dat hij dan aan woorden denkt die niet zo leuk zijn en beëindigt resoluut het gesprek.
Verderop klinkt klassieke muziek. Die komt uit de radio van een appartement dat wordt bewoond door een gepensioneerd medicus. Overal waar we kijken zien we kasten en planken vol boeken. In keurig Adriaan-van-Dis-Nederlands krijgen we hier wel een antwoord op onze vraag: “Ik wil een grote mate van zelfstandigheid en ik wil hier mijn eigen leven kunnen leiden”.
Vijf verdiepingen hoger bevindt zich de afdeling van bewoners met een psychiatrische indicatie. Het personeel heeft onze nieuwsgierigheid naar bewoners door en stelt ons voor aan Rolf. Zijn appartement is een collage van zijn fascinaties: alle wanden zijn tot aan het plafond volgehangen met vakantiefoto’s, LP-hoezen en vliegtuigposters. Tussen alle bric-à-brac leidt een smal pad langs de overvolle salontafel en via zijn bed naar de badkamer. “De volgende Koninginnedag moet ik maar niet meer zoveel meenemen” verontschuldigt Rolf zich.
In de koffiepauze reageren de verplegers gelaten op onze verhalen. Ze zien zichzelf naast hun verplegende rol ook als bieders van een luisterend oor aan bewoners. “De bewoners zijn vooral bezig met overleven in hun nieuwe woonsituatie. Het verlies van hun echtgenoot en hun wens om in het eigen huis oud te worden kunnen we niet veranderen”. Op onze vraag of bewoners elkaar wel eens opzoeken en wat wij daar als architecten aan kunnen bijdragen tovert onze “PB-er” (Persoonlijk Begeleider) een voorstel voor een zorgplan uit haar tas. ‘Gezelligheid kent geen leeftijd’ heet het. Een pleidooi om bewoners actiever te vragen naar hun wensen, aandacht te besteden aan het vieren van een verjaardag om zo elkaar terloops meer te laten ontmoeten.
‘s Middags zien we vooral veel mantelzorgers. De jongere zus van meneer Leeber installeert zich met grote tassen in zijn appartement aan het eind van de gang. Drie dagen per week logeert zij bij haar broer. Een buurtbewoner loopt binnen voor een kaartspel en de dochter van mevrouw Jacobs neemt haar moeder mee uit winkelen. Wij dromen van architectuur die het ook voor de mantelzorger aantrekkelijk maakt om vaak en langer langs te komen. Moet er een gameconsole op de gezamenlijke woonkamer om de kleinzoon van 14 ook nog met plezier op bezoek te laten gaan? Moeten we pleiten voor gratis parkeren voor de kinderen?
Als architect hebben we de wens het leven van onze indirecte cliënt beter te maken. Maar is een frisse facelift en een slimme herordening van het programma hier de oplossing voor? De ziel van een woonzorgcentrum kent vele facetten. “Hoe duiden we die nu het best?” vragen we ons af. Even later pruttelt een antwoord in de vorm van een metafoor naar buiten.
Stel: er bestaat een Lonely Planet voor woonzorgcentra waarin de lezer (net als een toerist in een vreemd land) kan kiezen uit een woonzorg-omgeving die past bij zijn budget, zijn comfort-wens, mate van privacy en uitdagingen. Inclusief een top 10 per regio van huizen die je bezocht moet hebben. “Wat wordt dan de inhoudsopgave van die gids en hoe wordt het nieuwe woonzorgcentrum dan daarin vermeld?”
Aan het eind van de dag zitten onze hoofden vol met verhalen en indrukken van dit ‘museum-van-leefstijlen’. We gaan een (t)huis maken voor de ‘hoogheid’, de ‘oma’, de ‘medicus’ en de ‘amateur-piloot’. Hoe die persoonlijke verhalen een plek krijgen weten we nog niet maar wel dat dat gaat gebeuren. Het wordt in ieder geval een huis waarvoor je kunt kiezen!
De namen van de bewoners zijn gefingeerd.