Een nieuw ‘urban landmark, die het begin van een nieuwe wijk markeert. Met zijn zorgvuldigheid past hij bij de naastliggende stad, maar verhoudt zich tot de toekomstige bewoner van de wijk. Een stoere en eigen identiteit, maar passend bij een stad met mooie vergezichten, een bruisend centrum en omringende natuur.
De contouren va de kavel kenmerkt zich door twee scherpe hoeken waar de hoogbouw komt, daartussen huizen zich grond gebonden woningen. De bebouwingskorrel geeft continuïteit door aan te sluiten op de omringende bedrijfsgebouwen.
De verschillen in gelaagdheid die ontstaat door de hoge hoeken en lagere EGW’s bieden voldoende mogelijkheid om een zorgvuldig woongebouw te maken. Die zich op verschillende niveaus richt tot de gebruiker, en voorbijganger.
Zo sluit niveau één aan op de menselijke schaal, met een plint van 4,5 meter die in het gehele blok rondloopt. Met levendige functies als een commercieel programma en extra hoge woonkeukens. Niveau twee hebben een zichtrelatie tot de buurt, en het gedeelde groen tussen de bouwblokken. Op niveau drie begint het gebouw zich los te maken van de rooilijn, het hogere bouwdeel krijgt een setback waardoor het gebouw slanker begint te lijken naar het stationsgebied toe. Het hoogste niveau versnijdt zich los van het onderliggende volume en geeft de toren zijn slanke bekroning. Gezien vanaf de trein wordt de toren een markeringspunt van de te komen nieuwe buurt.
De toren trap zich langzaam af naar het gemeenschappelijke groen, waardoor het wonen naast een hoge toren op een geleidelijke manier gebeurt. Dit geeft een vriendelijke woonomgeving, naast een stedelijk kruispunt.